Het overbruggingskrediet

Met een overbruggingskrediet financiert u de bouw of aankoop van een nieuwe woning in afwachting van de verkoop van uw huidige pand. Waarop moet u letten bij zo’n lening?

 

Stel: u hebt een nieuwe woning op het oog, maar uw oude huis is nog niet verkocht. Of u tekende al een compromis, maar moet nog drie maanden wachten op het verlijden van de akte, waardoor u nog niet meteen over uw centen kan beschikken om de nieuwe woning (deels) te betalen. Een overbruggingskrediet kan dan soelaas bieden.

Met zo’n kortetermijnlening kunt u de periode waarin u tijdelijk over onvoldoende financiële middelen beschikt overbruggen. De bank schiet u het bedrag voor, en eens uw oude woning verkocht is, kunt u met de opbrengst ervan de lening aflossen. Banken doen dat natuurlijk niet gratis. Ook bij een overbruggingskrediet moet u interest betalen op het kapitaal dat u leent. Dat tarief ligt doorgaans iets hoger dan bij een klassieke hypothecaire lening. ‘Het tarief kan onderhandeld worden’, zegt Sebastien Degand, hoofd Leningen bij BNPP Fortis.

‘Het is iets riskanter om een overbruggingskrediet af te sluiten als de huidige woning nog niet verkocht is omdat je de exacte verkoopprijs nog niet kent en de winst dus onzeker is’, zegt John Romain van Immotheker. Daarom bouwen banken een veiligheidsmarge in bij het toekennen van zo’n krediet. Ze passen een korting van 10 tot 20 procent toe op de waarde van uw woning. Als die geschat wordt op 280.000 euro, zal u dus maximaal 224.000 tot 252.000 euro kunnen lenen. 

Financiële draagkracht

‘Het is ook aan te raden dat u uw dossier goed doorpraat. Omdat een overbruggingskrediet vaak in een complexer project kadert, is het belangrijk om te weten of de cliënt zijn financieringsbehoeften en -lasten correct inschat’, zegt Degand. Meestal is zo’n overbruggingskrediet niet uw enige lening, dus u moet zeker zijn dat u al uw kredieten kunt terugbetalen. Vaak hebt u nog een lening lopen op het huidige pand, moet u ook een gewone hypothecaire lening afsluiten voor het nieuwe pand én betaalt u interesten op het overbruggingskrediet. U moet met andere woorden over voldoende financiële draagkracht beschikken.

Een overbruggingskrediet is maar een accessoire. De hypotheeklening, die meestal in combinatie wordt toegekend, is veel belangrijker.


Los van het overbruggingskrediet moet u mogelijk ook rekening houden met een reserveringsprovisie. Dat is een kost die de bank u aanrekent op het bedrag van een hypothecaire lening (die u doorgaans samen met het overbruggingskrediet afsluit) dat u na een bepaalde periode nog niet heeft opgenomen.  Wanneer komt dit voor? Als u bijvoorbeeld nieuwe woning bouwt of een woning op plan koopt. Anders dan bij de aankoop van een bestaande woning neemt u dan niet meteen het volledige bedrag van het hypothecair krediet op, maar betaalt u in schijven naarmate de werken vorderen.

Een overbruggingskrediet wordt meestal alleen toegestaan in combinatie met een gewone hypothecaire lening. ‘Dat maakt van een overbruggingskrediet eigenlijk ook maar een accessoire. Want de beoordeling van de voorwaarden voor het woonkrediet is veel belangrijker dan die voor het overbruggingskrediet’, benadrukt Romain. Een overbruggingskrediet is een lening op korte termijn, van doorgaans 12 tot 36 maanden. U bent er dus vrij snel van verlost. Terwijl een woonkrediet een lening op lange termijn is, en u daar meestal toch wel 15 tot 30 jaar aan gebonden bent. Staar u dus niet blind op het overbruggingskrediet, maar hou het bredere plaatje voor ogen.

Bij een overbruggingskrediet betaalt u tijdens de looptijd alleen interesten.  Het kapitaal van het overbruggingskrediet moet meestal terugbetaald worden bij de verkoop van het onroerend goed, en uiterlijk op het einde van de looptijd. Er is geen wederbeleggingsvergoeding verschuldigd, wat wel het geval is als u een gewone hypothecaire lening sneller aflost.

Een overbruggingskrediet kunt u meestal niet verlengen. U kunt wel een nieuw overbruggingskrediet aangaan, maar dat gebeurt dan aan de voorwaarden en de rente van dat moment en u betaalt opnieuw dossierkosten. ‘Maar die liggen lager dan voor een nieuw dossier: 250 in plaats van 300 euro’, aldus Degand. Voor een overbruggingskrediet ontvangt u normaal gezien geen fiscaal voordeel.

 

Vorig jaar werden 15.668 overbruggingskredieten toegekend, goed voor 2,67 miljard euro, blijkt uit cijfers van de bankenfederatie Febelfin.

 

Bron: De Tijd