Hoe de langstlevende partner beschermen?

Op vlak van de gezinswoning, hoe kan jij jouw partner beschermen wanneer je komt te overlijden?
Dit kan op 3 manieren:

  • een tontinebeding
  • een beding van aanwas
  • een testament opmaken

Wanneer we niet spreken over gehuwde partners, is het belangrijk dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen wettelijk samenwonenden en feitelijk samenwonenden. Bij een wettelijk samenwoning, is er een verklaring van wettelijke samenwoning afgelegd op de burgerlijke stand.

Wanneer één van de partners binnen een wettelijke samenwoning overlijdt, gaat het vruchtgebruik van de gezinswoning en de inboedel automatisch naar de langstlevende zonder enige vorm van registratie- of erfrechten te moeten betalen. Als er geen verklaring van wettelijke samenwoning is afgelegd, spreken we van een feitelijke samenwoning. Een feitelijke samenwoner heeft geen enkel erfrecht.

Een testament opstellen?

Men kan op elk moment een testament opmaken om de langstlevende partner te beschermen. Hierbij mag niet vergeten worden dat wanneer de vooroverleden partner kinderen heeft, zij een wettelijke reserve hebben. Een wettelijke reserve is een minimaal deel van de erfenis dat voorbestemd is voor de kinderen of de langstlevende echtgenoot. Dit is een regeling waar je niet van kan afwijken.

Of beter een tontinebeding of een beding van aanwas?

Een tontinebeding en een beding van aanwas dienen beiden om de langstlevende partner te beschermen. Ze zorgen er namelijk voor dat een bepaald goed of aandeel rechtstreeks naar de andere partner gaat in het geval van overlijden. Daardoor komt het goed niet in de nalatenschap terecht en zo dient geen rekening gehouden te worden met het wettelijk erfrecht. Wanneer de partner een onroerend goed krijgt door een tontinebeding of een beding van aanwas, zal hij enkel registratierechten verschuldigd zijn.

Een tontinebeding is een modaliteit dat wordt opgenomen bij de aankoop van een goed. Hier is het dus een overeenkomst tussen de kopers en de verkopers. Het beding van aanwas is een beding dat ook na de aankoop overeengekomen kan worden. Het betreft een overeenkomst tussen 2 partners.

Bij een beding van aanwas hebben we 1 voorwaarde, een opschortende voorwaarde dat je de eerststervende partner overleeft. Bij een tontinebeding zijn er 2 voorwaarden, een opschortende voorwaarde dat je de eerststervende partner overleeft en een ontbindende voorwaarde van het vooroverlijden van de andere partner. Beide bedingen zijn dus kanscontract. Het is dus cruciaal dat beide partners een gelijke kans hebben om de andere te overleven. Wanneer er een groot verschil in leeftijd of gezondheid is, zal zo’n beding problemen opleveren.

Beide bedingen kunnen de volle eigendom of enkel het vruchtgebruik omvatten, dit is vrij overeen te komen.

Bij de wettelijke samenwoning heeft de langstlevende partner automatisch recht op het vruchtgebruik van de gezinswoning, zonder erfrecht te moeten betalen. Wanneer er dan een tontinebeding of een beding van aanwas (betreffende het volle eigendom) zou zijn, zal de volle eigendom naar de langstlevende gaan, maar dan zal die wel registratierechten betalen. Wanneer het een tweede verblijf betreft, is het zeker een goede keuze om een bovenvermeld beding in te voeren.

Bij een feitelijke samenwoning is er geen sprake van een wettelijk erfrecht betreffende de gezinswoning (ook niet omtrent het vruchtgebruik), als je hier de langstlevende wil beschermen is het altijd een goed idee om te opteren voor een beding van aanwas of een tontinebeding.


https://rw.be/archief/5929/pdf
https://blog.degroofpetercam.com/nl-lu/beding-van-aanwas-voordeel-hindernis